Als beleidsmedewerker heb je een belangrijke en centrale rol in de transitie naar een duurzame en circulaire infrastructuur. Als verbinder en richtinggever kun je ervoor zorgen dat visie, beleid, regelgeving, uitvoering en samenwerking op één lijn komen. Maar wanneer doe je het goed? Dat vertellen Pleun Mekkering, Thành Nguyên en Majelle Verbraak.
Het Lakenpark in Leiden. Een duurzaam project waarbij klinkers zijn hergebruikt. Vanwege de lichte kleur helpen de klinkers ook goed tegen hittestress.
Zet die stap
“Begin allereerst met het zetten van een stap vooruit”, begint Majelle, die als beleidsmedewerker Circulaire Bouw bij de gemeente Leiden werkt. “Die stap hoeft echt niet perfect te zijn. Het gaat erom dat je hem zet, dat je iets doet.” Wat zou een goede stap kunnen zijn? “Ontwikkel beleid dat ook uitvoerbaar is in de praktijk. Sterker nog, de implementatie is belangrijker dan de beleidstekst die je maakt.”
Recent sprak Majelle nog met een paar collega’s over het circulaire sloopbeleid dat de gemeente Leiden een paar jaar geleden opstelde. Het beleid is recent door de gemeente geëvalueerd en wordt momenteel geüpdatet naar een 2.0-versie. “Dat wordt enorm gewaardeerd binnen de organisatie. Daarmee laten we zien: je hoeft alles niet vooraf al te weten. Bij de uitvoering van beleid kom je nu eenmaal dingen tegen die je vooraf nog niet wist, of anders uitpakken dan je had gedacht. Dit betekent niet dat het projectteam ‘faalt’, ook al kan het voor het team voelen als een project dat niet geslaagd is. Terwijl falen juist niet aan de orde was, want je hebt waardevolle lessen geleerd.”
Hier is Thành, adviseur circulariteit bij de gemeente Eindhoven, het mee eens. “Benadruk dat het een transitie is en dat het oké is als je het misschien nog niet allemaal weet.”
Majelle Verbraak
Beweeg mee met veranderingen
Het helpt om te werken met een verkorte beleidscyclus, waarbij je stappen als analyse, besluitvorming en uitvoering sneller achter elkaar doorloopt. Dit maakt beleid meer wendbaar en flexibel voor tussentijdse bijsturing. Dat is nodig in de transitie naar circulaire en duurzame infrastructuur, waar veranderingen en nieuwe kennis elkaar snel opvolgen, ziet Pleun. Zij is bestuursadviseur Circulaire Economie bij de gemeente Arnhem. “Met deze veranderingen moet je kunnen meebewegen. Dat betekent ook dat je niet te lang met hetzelfde beleidsprogramma kunt werken, want dit programma is al snel niet meer relevant.”
“Materialen zoeken kost misschien meer tijd, maar het is geen verspilde tijd.”
Deze nieuwe manier van werken is misschien wennen, maar moet uiteindelijk het nieuwe normaal worden voor de gehele organisatie. Majelle: “Dit betekent ook dat een project niet per se slecht is verlopen wanneer het meer tijd heeft gekost. Neem bijvoorbeeld het proces van hergebruikte materialen zoeken. Dit kost misschien meer tijd, maar dat is geen verspilde tijd. Die definitie, van wanneer een project goed verlopen is, verandert mee.”
Een balans vinden
Natuurlijk kennen we allemaal het gezegde: tijd is geld. Hoe beslecht je die discussie? Majelle: “Je moet een balans zien te vinden tussen pragmatisch en ambitieus zijn.” Het helpt om het als een gezamenlijke opgave te benaderen, ziet zij in de praktijk. “Linksom of rechtsom zullen we het toch met elkaar moeten gaan doen. Het is niet iets vrijblijvends. We moeten er samen energie in steken om het op een zo fijn mogelijke manier te doen.” Dat is soms een beetje zoeken. Pleun vult aan: “Maar met drammen kom je er zeker niet. Ook al heb je alles mooi op papier gezet en je doelen gedekt, uiteindelijk gaat het ook om samenwerken. Daarvoor moet je je echt in het werk van je collega kunnen verplaatsen.”
Thành benadrukt dat extra tijd je gegund moet worden wanneer dat nodig is. “Leren kost nu eenmaal tijd en moeite.” Krijg je die tijd niet, dan kan dit de transitie juist in de weg staan. “Je kunt wel enthousiast zijn, maar het werkt enkel benauwend als je het gevoel hebt geen steun te krijgen. Dat is jammer, zeker als je bijvoorbeeld een goed idee bespreekt met een ontwerper. Dat moet juist leuk zijn.”
De juiste interventies
Met de juiste interventies op de juiste momenten kun je ervoor zorgen dat geschreven beleid landt in de organisatie. Welke interventies dit zijn, verschilt per gemeente. Zo gebruikt de gemeente Leiden bijvoorbeeld een monitoringsinstrument: de Leidse Ladder Circulaire Bouw, waarmee de gemeente punten toekent voor circulaire maatregelen in projecten in de openbare ruimte en gemeentelijke vastgoedprojecten. Het invullen is verplicht, voor elk project. Ook werkt de Leidse Ladder om circulair te denken en werken. Majelle: “Bij ieder project kijken we naar dezelfde aspecten: preventie van materiaalgebruik, waardebehoud én waardecreatie.”
Weten welke interventie goed past binnen jouw organisatie? Majelle adviseert om allereerst na te denken over wat je precies gaat veranderen binnen de organisatie, in welke processen nieuw beleid straks moet landen en welke interventie hier goed bij past. “Neem bijvoorbeeld de MKI. Er zijn gemeenten die veel meer met MKI aanbesteden. Dit zou voor onze gemeente niet zo goed werken, omdat wij een eigen ontwerpbureau hebben en ontwerpkeuzes en materialen vaak al voorschrijven in het bestek. Je kunt natuurlijk wel bedenken wat je met de MKI zou willen doen, en hoe dat past bij hoe er binnen de organisatie wordt gewerkt. Het gaat erom dat het inzetten van MKI meerwaarde heeft.”
“Begin je daar waar mensen er al voor openstaan, of daar waar je de grootst mogelijke impact kunt behalen?”
Pleun Mekkering
Pragmatisme of impact?
“Waar moet je als beleidsmedewerker voor gaan: pragmatisme of impact?”, vraagt Thành zich af. “Met andere woorden: begin je daar waar de mensen er al voor openstaan, ook al is de impact misschien minder groot? Of begin je daar waar je de grootst mogelijke impact kunt behalen, omdat er nu eenmaal weinig tijd is? Misschien is dat een persoonlijke keuze, maar er is wat mij betreft geen inherent foute keuze. Beide opties zijn goed.”
Pleun: “In mijn ogen werk je als het ware aan drie dingen. Je werkt in de kern aan impact op de juiste plekken. Daarnaast moet je binnen het cluster openbare ruimte werken aan meer medestanders. Daarin ben je soms pragmatisch en doe je soms een keer iets wat niet direct de meeste impact heeft maar wel heel zichtbaar is, waardoor meer mensen denken: goh, dit is een leuke opgave, hier wil ik ook aan meedoen. Daarnaast werk je ook nog aan draagvlak buiten, doordat je soms met projecten zichtbaar maakt voor inwoners waar we naartoe werken als gemeente. En deze beide doelen zijn weer ondersteunend aan de impact die je probeert te maken.”
Thành Nguyên
Gebruik het Doeboek
Thành adviseert beleidsmedewerkers om gebruik te maken van het Doeboek, dat in januari 2026 verschijnt op duurzame-infra.nl. “Hierin staat beschreven wie binnen jouw gemeente voor welke maatregel aan zet is. Met die informatie kun je identificeren welke personen deze rollen bekleden binnen jouw organisatie. Met hen kun je om tafel en afspraken maken. Op deze manier afdelingsoverstijgend werken, dat zouden wij als beleidsmedewerkers goed kunnen doen.”
Tot slot tippen Majelle, Thành en Pleun om vooral ook andere aanjagers van circulariteit op te zoeken — binnen én buiten de organisatie. Thành: “Collega’s die werken aan circulariteit staan er vaak een beetje alleen voor in hun organisaties. Meestal zijn het een handvol mensen of is het één persoon die het voor de openbare ruimte moet fixen.”
Met elkaar kun je tips uitwisselen, maar ook ventileren als het even tegenzit. Net zoals Pleun, Thành en Majelle in dit gesprek ook hebben gedaan. Majelle: “Dat heb je soms ook nodig in dit vak, in deze transitie. Want tegenslag hoort er ook bij. Het helpt enorm als je bij anderen kunt zien wat er allemaal al voor mooie dingen worden gedaan, en dat er veel mensen zijn die met jou aan hetzelfde doel werken.”
Meer weten?
De inzichten van Pleun, Thành en Majelle vormen nog maar het begin van wat er nodig is om de circulaire transitie écht te versnellen. In het Doeboek vind je straks uitgebreidere handvatten, voorbeelden en concrete stappen om als beleidsmedewerker verder mee aan de slag te gaan. Zo kun je de beweging die in dit artikel is ingezet, duurzaam en doelgericht voortzetten binnen jouw eigen organisatie. Vanaf januari kun je het volledige Doeboek lezen op duurzame-infra.nl, onder Gemeenten.
Ook in contact komen met andere bevlogen collega’s? Majelle tipt de Signal groep van Gideon Infra. Dit is dé groepsapp voor collega’s die zich inzetten voor een CO2-neutrale en circulaire infrastructuur. Hier kun je andere professionals in de sector bevragen, inspireren en verder helpen. Ga voor meer informatie naar de website van Gideon. Verder kun je je opgeven voor het Expeditieteam Klimaatneutrale en Circulaire Infra (KCI) van Platform WOW. Hierin delen kleine en middelgrote gemeenten ervaringen met duurzame infra. Meedoen? Mail dan naar bart.hansma@platformwow.nl. Ook is er een tweemaandelijkse nieuwsbrief KCI zodat je niet zelf hoeft te gaan zoeken wat er speelt, mail hiervoor naar lidia.kop@minienw.nl.